Het advies van de Raad van State(RvS) aangaande 3 extra dagen kraamverlof is gisteren openbaar geworden. Zoals we gewend zijn van de RvS, is het advies gedegen en ontdaan van politieke stokpaardjes. Dat laatste is ook goed, voor de politieke kant van het verhaal hebben we tenslotte twee kamers, ja de Eerste Kamer is ook politiek.
De RvS is behoorlijk kritisch op het wetsvoorstel, de kritiek behelst vooral de complexiteit van de uitvoering van de uitkering en de mogelijke/waarschijnlijke spoedige wijziging na een nader onderzoek door de SER. Op zich een bijzonder zinnig advies, het is zonde om nu geld te investeren als we binnen enkele jaren het stelsel toch weer op de schop nemen. Aan de andere kant, het kan ook bijzonder zinnig zijn om stapsgewijs te komen tot een fatsoenlijke situatie waar beide ouders de zorg voor hun kind kunnen delen. Over mogelijke oplossingen schreef ik al eerder en het moge duidelijk zijn dat ik groot voorstander ben van een betaald ouderschapsverlof voor beide ouders.
Maar wat nu te doen met het advies? Voor mij is vooral belangrijk dat de RvS aangeeft dat de kosten vrij hoog zijn, 2 miljoen voor de werkgevers en structureel 2,8 miljoen voor UWV. Daarnaast is een belangrijke overweging de mogelijke tijdelijkheid van deze maatregel na het te verwachten advies van de SER.
Eerst de financiën, 4,8 miljoen, plus de kosten voor de uitkering, euro is natuurlijk een bak geld, maar we weten dat 12 weken extra verlof tegen 70% 200 miljoen euro per jaar gaat kosten. Daartegen afgezet stelt die 5 miljoen euro natuurlijk niet heel veel voor. Daar komt bij, als je het systeem in een keer goed kan inrichten, zou dit geld, die 4,8 miljoen, niet weggegooid hoeven zijn.
Wat nu te doen met het komende rapport van de SER? Moeten we afwachten of niet? Ik vind dat we daar absoluut niet op moeten wachten. Sowieso moeten we maar afwachten wat daar uitkomt, wat veel belangrijker is, is dat er nú een meerderheid in de kamer lijkt te zijn om in ieder geval deze lichte verbetering van de situatie van de partner te versterken, laten we die mogelijkheid nu vooral benutten. Temeer daar er in maart alweer nieuwe verkiezingen zijn, dat betekent realistisch gezien dat we wellicht net voor de zomer een nieuwe regering hebben, waarna het zomerreces alweer daar is. Dat betekent dat we zo rond eind augustus weer een normale situatie in parlement en regering hebben. Dus hebben we pas in januari 2018 een kans op nieuwe wetgeving met de bijbehorende debatten over dit soort fundamentele zaken. Dit kan natuurlijk wel sneller, maar dan moet er tijdens de onderhandelingen een akkoord uitkomen waar een verlengd ouderschapsverlof een integraal onderdeel van is en het geld wordt vrijgemaakt, ik zie dat helaas niet snel gebeuren.
Al met al, denk ik dat het bijzonder verstandig is van de regering dat zij het wetsvoorstel nu al doorsturen. Want het is beter om nu in stappen te komen tot een situatie die beter past bij onze samenleving dan af te wachten wat er de komende periode gaat gebeuren.
Dat gezegd hebbende, het lijkt mij verstandig dat zowel het parlement als de regering de opmerkingen van de RvS ter harte nemen. Want in feite wordt er geadviseerd om in meer generieke termen de bureaucratie te beperken en daar zijn we allemaal voor natuurlijk. Maar zolang we een zwaar bureaucratisch systeem hebben, zullen we ermee moeten werken. De aanpassingen die systematisch nodig zijn, zijn dusdanig dat we die niet binnen enkele jaren hebben opgelost. Ter inspiratie en afsluiting voeg ik hier het verhaal van e-estonia toe, wat mij betreft een van de beste manieren om bureaucratie terug te dringen.