Gisteren kwam, met een stroom van newsalerts het nieuws naar buiten dat de onderhandelende partijen er niet uit kwamen. VVD, CDA, D66 en GroenLinks(GL) konden niet tot een coalitie komen. Meteen waren alle kenners en specialisten overal op TV te zien. Ook werd er al snel gespeculeerd over welke partij de “schuldige” van het klappen was. De consensus lijkt te zijn dat die schuld bij GL ligt en dat dat misschien niet eens heel dom van ze was. Tegelijkertijd denken sommigen dat het misschien een inleiding op een latere samenwerking zou kunnen zijn.
Ondertussen werd er de afgelopen weken al veel geroepen over met wie wel en niet samengewerkt moest worden. Vooral de dolk die Wijffels professioneel in de rug van Buma plantte, was opvallend. Overigens was deze dolk iets subtieler dan de dolk die hij in 2012 gebruikte maar dat terzijde.
Bij de VVD waren er ook kritische geluiden die uiteen liepen van wat ooit “groenrechts” heette die voor samenwerking met GL pleitten. Tot geluiden van de rechter- danwel asfaltzijde van de partij kwamen om vooral NOOIT met GL samen te werken.
Bij GL waren al snel grote twijfels of er vooral met de VVD wel te regeren zou zijn. Zeker omdat Jesse Klaver meerdere malen de VVD als weinig ideale partner had weggezet.
D66 leek vooral heel blij te zijn dat ze aan tafel zaten.
Maar wat betekent dit allemaal voor u en mij? Helemaal niks! Vier jaar geleden werd er hard werk gemaakt van een coalitie zodat de crisis kon worden aangepakt. Dat was inderdaad verstandig, stevige, soms zelfs harde afspraken, hebben er, mede, voor gezorgd dat Nederland er nu een stuk beter voor staat.
Nu is de situatie anders. De economie is tenminste gestabiliseerd en lijkt de samenleving in alle geledingen op positieve wijze te raken. Voor de fijnproever, dat betekent dus niet dat ieder individu daar ook direct de vruchten van plukt. Het betekent wel dat alle sociale geledingen het gemiddeld beter hebben en krijgen.
We hoeven überhaupt niet heel bang te zijn voor demissionaire periodes. Het kan soms wat vervelend zijn omdat zaken die door de Tweede Kamer controversieel zijn verklaard niet worden besproken. Maar zoals België heeft laten zien in 2010-2011, hoeft het allemaal niet heel erg dramatisch te zijn.
Er is echter nog een reden dat ik mij geen zorgen maak. Ik ben VVD’er en heb ook bij de afgelopen verkiezingen weer op de VVD gestemd. Ik sta dan ook achter het gedachtengoed van deze partij. Ik neem aan dat de meesten van u op deze manier een partij hebben gekozen. Het probleem komt daarna. Want na de verkiezingen moet er een regering komen. En dan wordt ineens het mooie aan onze democratie, de pluriformiteit, een twistpunt. Er moeten namelijk compromissen worden gesloten of zelfs punten worden uitgeruild. En dit kan ook niet anders met een veelheid aan partijen zoals wij die kennen. Dit is iets wat letterlijk na iedere verkiezing weer gebeurt en ook niet anders kan zolang wij geen absurd hoge kiesdrempels invoeren of een tweepartijen stelsel instellen.
Ik ga mij pas druk maken op het moment dat er een volledig onderhandelaarsakkoord is. Want pas dan en geen seconde eerder weet ik wat er staat te gebeuren, waar ik mij in kan vinden, punten van mijn partij, maar ook waar ik niet op zit te wachten, punten van andere partijen. Dan kan ik dus ook pas zeggen of ik uiteindelijk denk genoeg terug te zien van mijn stem of niet. Na de vorige onderhandelingen, was ik behoorlijk tevreden over het akkoord. Niet vanwege de dingen die weg waren gegeven maar juist om de dingen die waren binnengehaald. Ik herkende mijn stem goed terug en was daar bijzonder blij mee, ondanks de zaken die waren afgesproken waar ik niet blij mee was. Het heeft voor mij dan ook geen zin om naar allerlei deelafspraken te kijken, het geheel van afspraken en deals, dat is wat mij interesseert. Het kan namelijk best de moeite waard zijn een ideologisch kroonjuweel in te leveren als daar maar genoeg tegenover staat.
Vandaar dus dat ik dus op het nieuws van de gefaalde onderhandelingen reageer met: “So what?” Het land wordt er niet slechter van en inhoudelijk maakt het niet veel uit met wie er wordt onderhandeld. Zolang er maar een fatsoenlijk akkoord uit komt waar alle partijen zich aan houden, en ik bij voorkeur (een deel van) mijn stem terug zie.